In de Volkskrant, rubriek Het eeuwige leven is op 25 maart een artikel van Peter de Waard verschenen over Jules van Ogtrop, waarbij gebruik is gemaakt van informatie verstrekt door Ed Franken. Met de zeer gewaardeerde toestemming van de Volkskrant vindt u hieronder de tekst van het artikel.
Klik op de titel voor het origineel op de Volkskrant-website.
De bankier die furore maakte door kleurrijke bridge-verhalen te schrijven
Jules van Ogtrop behoorde tot de top van het Nederlandse bridge. Maar hij was vooral bridge-literator. Hij schreef tot op hoge leeftijd kleurrijke anekdotes over de denksport, waarin hij zelf in 1976 samen met Loekie Vehmeijer Nederlands kampioen was geworden. In de verhalen fungeerde Bas Pientermans als zijn alter ego, een naam die moet zijn geïnspireerd op de Utrechtse bridger Pieter Bas Wintermans.’
Zijn verhalen bevatten immer schitterende, in bloemrijke stijl beschreven spellen met fantastische pointes’, schreef collega-bridgeschrijver Kees Tammes in 2010 in de Volkskrant. Van Ogtrop kon ook goed met een tennisracket overweg en was tot op hoge leeftijd een uitstekend golfer bij de Hilversumsche Golfclub, met een lage handicap.
Heel lang werkte hij voor de Rabobank, waar hij opklom tot vicevoorzitter van de hoofddirectie achter Pierre Lardinois. Ook werd hij in 1977 benoemd in het bestuur van de Vereniging voor de Effectenhandel in een tijd dat de beurs zichzelf reguleerde.
Patriciaat
Jules van Ogtrop werd in Amsterdam geboren in een bankiersfamilie die zich rekende tot het Nederlandse patriciaat. Al sinds 1817 had de familie een commissionairsbedrijf in effecten, die in de jaren zestig opging in het bankiershuis Van Lanschot. Zijn eigen vader was directeur van de Javasche Bank in Amsterdam. Jules trouwde in 1947 met de vier jaar geleden overleden Annie Wennen, met wie hij zes kinderen kreeg.
Van Ogtrop zou algemeen procuratiehouder worden van De Nederlandsche Bank voordat hij in 1964 overstapte naar de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank die in 1972 met de Raiffeisenbank zou fuseren tot de huidige Rabobank. Via functies in het zuiden van het land kwam hij uiteindelijk op het hoofdkantoor terecht. Als vice-voorzitter van de hoofddirectie werkte hij vanaf 1977 samen met Wim Duisenberg en een jonge Herman Wijffels. De Stichting Onderzoek Bedrijfsinformatie (SOBI) sleepte Van Ogtrop vlak voor zijn pensioen met acht andere Rabobankdirecteuren voor de rechter, vanwege vier economische delicten in de zogeheten Gebeka-affaire.
Hij had zich toen al vol op het bridge gestort. Vanaf 1978 speelde hij voor het team van BC Star in Utrecht, dat in die tijd in de eredivisie van het bridge – de meesterklasse – zat. Hij speelde graag met vrouwelijke partners in een chique ambiance. Met Loekie Vehmeijer boekte hij de meeste successen. ‘Gedurende meer dan veertig jaar nooit een onvertogen woord aan de bridgetafel, doe hem dat maar eens na’, zegt ze.
Zelfrelativering
Met zijn vrouw Annie speelde hij op de wekelijkse avond van de Bridge Gooiers. In de jaren zestig was hij bridgeverhalen gaan schrijven. In 1965 verscheen al het boekje Bridge met een praatje – Wonderlijke ervaringen van een bridgespeler. Na zijn pensioen schreef hij columns voor het clubblad van BC Star die werden gebundeld in verschillende boekjes. Geen mes op tafel – Een greep uit de memoires van een wedstrijdbridger (1984), De fatale vrouw met twee kleintjes en andere verhalen uit het leven van een wedstrijdbridger (1986) en Het spel der vergissingen en ander leerzaam bridgevermaak (1995). Daarnaast schreef hij twee poëziebundels: Dierelantijnen, Dierade en Bridge Slimmerikjes. Hij kon zichzelf heel goed relativeren, zoals blijkt uit deze limerick:
Beste lezer, werp een blik
op mijn laatste limerick.
Wie dit boekje heeft gelezen
en de inhoud heeft geprezen,
die is even dwaas als ik.
Op zijn 91ste bracht hij nog een nieuw boek met bridge-anekdotes uit onder de titel Overpeinzingen van een overjarige bridger.